Rijkdom

In juli mocht ik voorgaan in een schoolverlatersviering: een gezinsviering waarin speciaal aandacht is voor kinderen uit groep 8. Bij wijze van overweging voerde ik een gesprek met de aankomende schoolverlaters. Tijdens dit gesprek vroeg ik of iemand al wist wat hij of zij later wilde worden. De meesten wisten het nog niet. Eén jongen wist het wel en stak zijn vinger op: “Ik wil later rijk worden!” Dat riep natuurlijk de nodige hilariteit op in de kerk. Maar het antwoord van deze jongen was wel heel eerlijk. En hij is vast niet de enige die droomt van veel geld.

Het is echter de vraag of streven naar rijkdom de weg is naar een gelukkig leven. Afgelopen weekend hoorden we in de katholieke kerken in de evangelielezing (Marcus 10, 17-30) Jezus in sterke bewoordingen uitdrukken dat rijkdom een obstakel kan zijn in een leven als zijn leerling: “Voor een kameel is het gemakkelijker door het oog van een naald te gaan, dan voor een rijke in het Koninkrijk Gods te komen.” Zo is de reactie van Jezus, nadat een rijke jongeman afdruipt als Jezus hem uitdaagt zijn bezittingen weg te geven.

Betekent dit dat het beter is om geen geld te hebben? Misschien mogen we deze lezing eerder verstaan als een oproep om stil te staan bij onze verhouding tot bezit.

Zijn bezittingen een middel om jezelf en misschien ook anderen te onderhouden, om te leven? Of is geld een doel op zich geworden?

Dat eerste lijkt me een gezonde houding die ook ruimte biedt om anderen te helpen met wat je over hebt. Het gaat mis als geld en rijkdom een eigen leven gaan leiden. Dan kan rijkdom een doel worden dat je nastreeft ten koste van andere belangrijke dingen in het leven. Dan kun je God en zijn schepselen uit het oog verliezen en vergeten om rekening te houden met het welzijn van andere mensen, de natuur en misschien ook je eigen welzijn.

Ik maak me er geen grote zorgen over dat een jongen in groep 8 graag rijk wil worden. Ik wens hem en zijn klasgenoten wel toe dat ze een gezonde houding ontwikkelen ten opzichte van bezit. Dat zij vrije mens worden met oog voor het algemeen welzijn en de medemens. Met een dergelijke houding, hoeven bezittingen je niet te weerhouden van een gelukkig leven, een leven in verbondenheid met God en mensen.


Diaken James Keuben