Dit is de titel van een gedicht dat enkele jaren geleden in mijn leven kwam en er sinds die tijd ook niet meer uit is verdwenen. Het is van Babs Gons. Zij is op dit moment dichter des vaderlands. In liefdevolle taal reikt zij een boodschap aan waarin staat dat ieder mens er mag zijn en er toe doet. Er zijn best veel mensen die gebukt gaan onder de etiketjes die wij elkaar opplakken: dik, dun, lelijk, dom, gestoord, vreemd, zwart, wit, links, rechts… met een afkeurende toonzetting. Ik denk dat niemand hier vrij van is: zowel onder het gebukt gaan als het zelf etiketjes plakken. Dit gedicht tilt je op en spiegelt een hoopvolle realiteit van een positieve aanvaarding van jezelf. Het richt zich op de ontdekking en de aanvaarding van het goede in ieder mens: jezelf en je naaste. Het goede, dat niet alleen de mens aangaat maar dat feitelijk aan de hele schepping raakt. Ik kan dit gedicht dan ook niet lezen zonder direct te denken aan het scheppingsverhaal in Genesis 1, het eerste boek van de Bijbel. Dit loflied geeft ons een refrein dat bemoedigt en uitnodigt. “En God zag dat het goed was”, elke scheppingsdag opnieuw. Ook hier lees en ervaar ik dat alles, wat ons zo genadevol geschonken is, in wezen goed is. Ook die slak die je tuin plundert. Het helpt, om in relatie tot je schepper, je naaste en de schepping, in balans te blijven. Gelukkig zijn met wie jezelf bent en de ander en het andere niet de maat te nemen. Iedereen is in wezen oké en niemand en niets is perfect. Ik besef dat het soms lastig vol te houden is als we kijken naar wat er gebeurt in de wereld. Het kwaad overschaduwt vaak het goede. Beide teksten echter scheppen ruimte en richting om je eigen etiketjes los te laten, blij te zijn met wie je bent en verantwoordelijkheid te nemen. Dit in eigen kracht en kunnen.
….“En dat de aarde je dan met haar zachte handen heel voorzichtig omhoog duwt, je op de wang kust en fluistert; het is omdat je zo ontzettend mens bent. Niet te veel, niet te weinig, gewoon genoeg mens. Net zo mens als andere mensen. Precies Goed. “
En de Eeuwige nam rust op de zevende dag… precies goed!
Ina van de Bunt-Koster, pastoraal theoloog